Spring naar inhoud

Auteur: OKV Harvelt

Deel 5 Kermisfoto’s 1950/1965

Serie 13

613 o.a Frans Wolterink (kelner)
626 V.l.n.r. Annie Karnebeek, Frans Krabbenborg, Riek Papen, Bernard Papen, Annie Vos, Leo ten Have
648 …Boschker, Fiene Krabbenborg-Temming, Riek Temming-Wensink

Serie 14

661 …, …, …, …, …, Marietje Bokkers
675 Leo Wissink
681 Leo groot Kormelink
682 Antoon Eskes

Serie 15

723 Annie Kampshof, … Schutten, Rikie ten Have (Reinder)

Serie 16

764
774
805 Guus Wolterink

Deel 6 Kermisfoto’s 1950/1965

Serie 17

841 …, Guus Wolterink, … Bennie Wolterink
861 Bennie Domhof, Willemien Domhof-Venderbosch en kinderen

Serie 18

867 …, … Bokkers, … Papen, … Bokkers, … Bokkers
909 V.l.n.r. Riet Krabben, Henk Krabben, Fons Krabben, …Kolkman, Joop Krabbenborg, Karel ten Have

Serie 19

941 o.a Antoon Baks, Joop Gierkink, Harrie Gierkink, Agnes Bokkers, Huub Doppen, Bernard papen, Harrie groot Kormelink
947 V.l.n.r. Agnes Gierkink, …Kolkman, Paula Krabbenborg, Joke Nieuwhof

Serie 20

974 …, Joop Wolters (Mullas) …
981 familie Eskes
998 Bennie Domhof, … Hulshof, …, Antoon Domhof, Herman Wieggers, Marietje Domhof
1010 Jos Doppen, Jos Gierkink
1015 Paulien en Annie Krabbenborg, Liesbeth ten Have
1021 Jan Leenders, Mini Toebes, Berrie en Hans

Deel 7 Kermisfoto’s 1950/1965

Serie 21

1027 Gerry Karnebeek
1077 Henk Krabben, Fons Krabben, Aloys Belterman
1078 V.l.n.r. Willem Krabben, …, …, …, dhr. Schilderman, …
1079 Jan Sasse, Annie Mensink (Nicoloas), Aloys Paul, Bennie Domhof, Fiene Mensink(Nicoloas)

Serie 22

1134 o.a. Guus Wolterink, Theo Wellink
1156 Bennie Meekes
1138 Pastoor Oosterman, mw en dhr. Waals (burgermeester, meester Kamphuis
1164 Dinie Bokkers, Dinie Schotman, Els Kolkman

Herman en Marie Doppen Scheerbaas

Begin 1900  was Jan Doppen van de Wolterij boer en naast het boeren ging hij op zaterdag met zijn fiets naar de  klanten om hen te scheren. Zo ontstond de eerste van een generatie Doppens die kapper waren. 

In de oorlog in 1943 startten Herman en Marie Doppen bij de familie Kolkman (Kerstraat 23) een kapsalon. In die tijd was het een gewoonte elkaar aan onderdak te helpen.

Herman aan het knippen

Door de geboorte van Martien en Boudewijn werd de ruimte al gauw te klein bij de familie Kolkman en werd er nieuwbouw gepleegd aan de overkant op Kerkstraat 18.

Kerkstraat 18

Naast de kapsalon, het winkeltje en het knippen op het internaat werden er ook nog 12 kinderen geboren.

Iedereen was altijd van harte welkom, ook op zondag. Na de Heilige mis was er de mogelijkheid om een pakje shag of sigaren te halen en dan werd er een kopje koffie aangeboden. Wij als kinderen vonden dit niet altijd even leuk, want de zondagmorgen was de enige morgen dat wij als gezin bij elkaar waren. Maar daar mochten wij als kinderen niks van zeggen! Na de koffie werd er ook nog een borrel geschonken. Je kunt je voorstellen dat het iedere zondag raak was.

De familie Doppen was een goed katholiek gezin. Het begon al op zaterdag, dan moest er buiten geharkt worden. Natuurlijk mooi recht en strak en van voren naar achteren. Voor de kerkgangers die zondags langs kwamen, moest het er netjes uit zien. Wat zouden ze er anders er wel niet van denken?

Met hun kinderen

Volgens Herman was onze officiële naam Döppen en niet Doppen en we zouden uit Duitsland komen. Vader zei  wel eens: “ De Duitsers hebben de puntjes eraf geschoten! “ Volgens de stamboom heeft een ambtenaar toendertijd de naam verkeerd geschreven en komen we van oorsprong uit Zieuwent.

Er zijn genoeg anekdotes over Herman en Marie van de kapper, Scheerbaas of Döppen te vertellen.

Herman had een bijzondere gave. Hij kon aan een vrouw zien of ze in verwachting was, terwijl ze het zelf nog niet eens wist! En wanneer iemand rijexamen moest afleggen, vroeg hij: “ Wanneer, hoe laat?” Als het dan zover was, ging hij naar de slaapkamer en werd er een kaarsje ontstoken. En of iedereen is geslaagd?

Dokter de Nooijer kwam ook regelmatig huisbezoeken afleggen in Harreveld op zijn zware BSA motor met de ‘pofbokse’ aan en zeker bij Marie werd vaak de bloeddruk opgenomen. Even bijpraten met koffie en een borrel en daarna pakte hij een sigaar van goede kwaliteit. De dokter wist wel waar ze lagen. Maar het ergste was, dokter de Nooijer haalde een scheermes uit de lade en sneed een v vorm in de sigaar. Moeder Marie had niet de kracht om te zeggen dat Herman dit niet goed vond. De volgende dag bij de eerste scheerklant merkte Herman het al en zei tegen moeders: “Is de Nooijer gisteravond weer geweest!”

Wanneer je als klant in de kapsalon kwam moest je veel geduld hebben.  Halverwege de knipbeurt, zo rond rond12 uur zei hij: “Ik moet even weg.” Na 20 minuten kwam hij terug en had hij in de tussentijd de kranten uit gedeeld bij de school en weer terug in de kapsalon maakte hij de knipbeurt af.

Harreveld kende vroeger veel kruidenierzaakjes en ze waren ook allemaal klant bij de scheerbaas. Wij moesten iedere week naar een andere kruidenier voor de boodschappen want dat hield moeder Marie precies bij. Iedereen kwam aan de beurt: bakker Niënhuis, Toebes bakker, Ten Have, Winters enz.

Herman was een voetbal liefhebber. Ondanks de drukte op zaterdagmorgen deed hij stevig mee aan de discussies. Met de sigaar in de mond en de bezem onder zijn arm… Je moest als klant heel veel geduld hebben. Hij was ook begaan met de voetballende jeugd van Harreveld. Als die in de kapsalon kwamen en Herman hoorde tegen wie ze moesten voetballen zei hij:  “Als jullie winnen, krijgen jullie allemaal wat lekkers.” Later stond het hele elftal in de kapsalon!

Naast het grote gezin en het werk in de kapsalon bleven er nog veel werkzaamheden over. Zo werd er op vrijdag naar zaterdag in de nacht tijd besteed aan het sokken stoppen en de administratie bijwerken om zo een beetje op schema te blijven.  

Moeder Marie bestierde de dameskapsalon en tijdens het permanenten zette ze de klant aan het aardappelen schillen en boontjes doppen. De klanten vonden het heel gezellig en ondertussen kon er weer bij gekletst worden.

Dit was een kleine inzage in onze vroegere jaren. Als kinderen Doppen bewaren aan deze tijd hele mooie herinneringen.

Fam. Doppen – Scheerbaas

 

Herman en Marie Doppen-Gierkink

“Ik moet even weg.”

Onderstaande foto en tekst is overgenomen uit het boekje ’75 jaar Canisiusschool’.

Vanaf 1963 stond hij elke schooldag stipt om 12.00 uur gereed bij de schoolpoort. Kapper Doppen zorgde voor het rondbrengen van het dagblad ‘de Gelderlander’ in en rond Harreveld. Op schooldagen maakte hij het zich makkelijk door de krant aan de kinderen van de abonnees mee te geven.

Hij kende alle kinderen persoonlijk en vergissingen kwamen niet voor, (“ow breur hef ‘m al met enomme”). Vergat onverhoopt iemand langs de kapper te lopen, dan ontging hem dat niet (“hé Slat, kom ’s trugge, e’j hebt de krante nog neet!”).

Toen hij op 29 juni 1979 voor de laatste maal aan het hek verscheen, hadden enkele leerlingen van groep 8 spontaan een summiere versiering op het hek aangebracht en het opschrift: “De Gelderlander, een uitgelezen krant”.

Herman Doppen is in juni 1986 overleden.

.
Familie foto genomen op 09-07 1935 ter gelegenheid van het huwelijk van
Anna Doppen met Johannes te Boome.


Boven van links naar rechts; … te Boome (broer van de bruidegom), Herman Doppen, Fiene Doppen, Bernardus Doppen, Jan Doppen.
Onder van links naar rechts; moeder van de bruidegom, vader van de bruidegom, bruidegom Johannes te Boome, bruid Anna Doppen, vader van de bruid Jan Doppen en
moeder van de bruid … Doppen Ebbers
(Willem Doppen staat niet op de foto)
1983 Ontvangst van ’t Kruukske

Krabben op ‘t Reinas

Mijn naam is Fons Krabben voor de ouderen in het dorp ook wel Reinas Fons. Ik ben op het Reinas geboren op 16 januari 1940 als jongste van 11 kinderen. Mijn vader Hendrik is getrouwd met Dina Waenink Plaaten. Hun kinderen voor mij geboren zijn Riek, Bernhard, Willem, Jan, Marie, Annie, Willemien, Antoon, Joop en Thea.

Het huidige Erve Reinas is genoemd naar de voormalige boerderij Reinas adres F12. Midden jaren 1950 werd het adres de Bothweg 11, genoemd naar dhr en mvr  de Both. Zij waren vroeger jaren woonachtig op de Havezate Harreveld.

De boerderij Reinas gebouwd in 1781 grensde aan de Havezate, een gracht gaf de scheiding aan. Ik wil toch even vermelden dat een kadaster kaart uit 1863 in mijn bezit, aangeeft dat daarop staat de naam Rienders, waarschijnlijk is door de jaren heen de naam veranderd in Reinas. 

Huize Reinas

Het Reinas, een boerderij met schuur of ook wel een schoppe genoemd, is gekocht door mijn vader Hendrik  geboren 8 augustus 1891 overleden april 1969. In 1906 is hij samen met zijn ouders en gezin verhuisd van Lichtenvoorde naar Harreveld, hij was toen 15 jaar. Zijn vader Bernhard ging op het Reinas als pachter boeren. Als oudste zoon was het bijna vanzelfsprekend dat hij de boerderij over zou nemen. In 1920 heeft hij de boerderij Reinas gekocht, een boerderij met 10 hectare grond. Inmiddels had hij al enige jaren verkering met Plaaten Dina Waenink geboren30 januari 1896 overleden augustus 1984. In 1922 volgde een huwelijk.

Hendrik Krabben en Dina Weanink verloving 1920-25

Ondanks dat zij gelukkig waren getrouwd volgden er financieel moeilijke jaren, zij vertelden daar jaren later wel eens over. Na de koop van de boerderij volgden eerst de crisis jaren, er werd op de boerderij weinig verdiend. In de oorlog daarna werd er jaren ook niets of weinig verdiend. In die zelfde periode werden er 11 kinderen geboren tel uit je winst (natuurlijk niet) het ware hele moeilijke jaren. Het grote gezin moest gekleed en gevoed worden en de bank vroeg zijn rente en aflossing.

Even terug naar de oorlogs jaren. Natuurlijk weet ik er niet zoveel van maar wel van horen zeggen. Aan het laatste jaar van de oorlog, ik was toen 5 jaar, heb ik wel herinneringen. Aan het einde van de oorlog waren de Duitsers aan het terug trekken, rondom de boerderij hadden we regelmatig inkwartiering. Om de boerderij stonden veel loofbomen dat gaf hun tanks en andere voertuigen  beschutting voor de Engelse vliegtuigen. Als kind van 5 jaar liep ik daar tussen niet echt wetend wat er gaande was. De Duitse soldaten waren vriendelijk naar ons en soms kregen wij van hun ‘kwatta‘ of ‘beschwies’.

Een ander beleving was dat mijn oudste broer Bernhard, hij was 20 jaar, zich moest melden om te werken in Duitsland. Dat heeft hij nooit gedaan hij was ondergedoken bij een gezin in Zieuwent. Als jongste broer miste je hem, niet wetende wat er gaande was. Vader had iedereen ingeprent;  “als ze vragen naar Bernhard moet je zeggen dat hij naar Duitsland is”.

Willem was jonger hij moest regelmatig naar Zevenaar om te graven voor de Todd, de sport was om zo weinig mogelijk te doen want eigenlijk werkte je voor de vijand.

Jan toen 16 jaar kwam te werken op de boerderij van het internaat, zijn baas was Broeder Gradus. Hij kwam regelmatig mijn vader opzoeken om over koetjes en kalfjes te praten en tussendoor liet hij weten zeer tevreden te zijn over Jan. Omdat Jan daar werkte waren wij als jongere broers kind aan huis op het internaat en hun boerderij. Gevolg was dat de tuinbroeder aan mijn broers Antoon en Joop vroeg of zij wilden helpen met plukken van aardbeien. In die tijd waren de internaat jongens thuis omdat het internaat een nood hospitaal was. De Broeder was blij met de hulp van mijn broers. Op een morgen ben ik over de brug gegaan en mij vervoegd bij mijn broers die de aardbeien keurig in mandjes deponeerden. De eerste die ik plukte ging richting mijn mond en ik weet nog verdomde goed hoe lekker het smaakte. Bij ons thuis hadden we wel een groente tuin wat hof werd genoemd. Daar stond van alles in maar geen aardbeien. Terug naar de aardbeien bij de broeder, alles wat ik plukte ging richting mijn mond. De broeder had waarschijnlijk alles goed waargenomen en hield het netjes, maar liet mijn broers weten: “ laat die kleine maar thuis als jullie vanmiddag terug komen”.

Geleidelijk aan naderde het einde van de oorlog, de band met de broeders bleef bestaan, regelmatig kwamen ze op de koffie, zo ook broeder Felix de kleermaker. Deze liet nog wel eens een lap stof achter, hij wist dat dat grootte gezin het goed gebruiken kon. Daar stond wel iets tegen over, zeg maar een ongeschreven regel. Zondags tijdens het ontbijt na de Hoogmis was het vaste prik dat broeder Felix binnen kwam. De pan met ‘spekhassen’ stond dan op tafel, nog extra lekker omdat er zondags roomboter bij gedaan werd. Mijn ouders vonden het goed dat hij een ‘spekhasse’ pakte. Wat mijn als kind opviel was dat hij altijd de grootste nam, maar dat is hem vergeven.

Enkele jaren na de oorlog in 1948 kwam er stroom richting de Achterbos, dat was een enorme vooruitgang. Daarvoor moesten wij het doen met een petroleumlamp, één in de keuken, één in de kamer en een stormlamp op de deel maar die was alleen aan als daar werkzaamheden werden verricht. Nadat de meter was geplaatst en wij officieel waren aangesloten ontstond er voor ons een nieuwe wereld. Een knop omdraaien en er brandde licht en er werd een radio gekocht niet te geloven allemaal.

De jaren 50 volgden, ik hoorde mijn ouders wel eens zeggen, “nu eindelijk wordt er geld gemaakt”. M.a.w. er word na zoveel jaren eindelijk eens geld verdiend. Daar volgde op dat in overleg met de plaatselijke bank het misschien mogelijk was een nieuw woonhuis te gaan bouwen. Het oude woonhuis werd onbewoonbaar verklaard. Het bracht f 1000-  startgeld op voor de nieuwe woning. In 1955 werd begonnen met de bouw van de nieuwe woning, in juni 1956 zij wij er ingetrokken. Wat een luxe, een gebeurtenis om nooit meer te vergeten.

Riek en Willem hebben deze gebeurtenis niet mee gemaakt zij waren inmiddels getrouwd. Riek trouwde in 1950 met Hendrik Wolters, Köster en zij kwamen te wonen aan de Ursulastraat waar Hendrik hun woonhuis had gebouwd. Willem trouwde in 1951 met Marie ten Have Ooiman en kwam te wonen aan de Kerkstraat bij Ooimans Jan en zette daar samen met Marie de boerderij voort. Willem was naast mijn vader de boer op Reinas. Na zijn vertrek nam Joop, toen 16 jaar, zijn plaats over. Willem ondersteunde hem de eerste jaren door veel samen te werken.

De een na de ander trouwden en verlieten het Reinas. Joop trouwde in 1963 met Bets Hilderink en zij zetten samen de boerderij voort. Jaren later kon Joop inspecteur worden bij het NRS, het Nederlands Rundvee Stamboek. Hij was zeer gezien in die kringen vanwege zijn grote kennis op vee fok gebied. Het had tot gevolg dat de boerderij geleidelijk aan werd verkocht. Een groot deel werd gekocht door zijn broer Willem die inmiddels een maatschap had met zijn zoon Theo. Het toeval wil dat Theo jaren later de boerderij van Severt kocht waarna de gronden aansloten.

Joop stierf in oktober 2000 op 64 jarige leeftijd. Zijn vrouw Bets ging een jaar later verhuizen. Het woonhuis met erf werd gekocht door de familie Hulshof, en daarmee kwam een einde aan het wonen van de familie Krabben op het Reinas.

Het erf met schuren werd door de zonen van Joop en Bets verkocht aan de gemeente Lichtenvoorde, de gemeente had daar voornemens een ‘erf’ van 9 woningen te bouwen. En zo geschiedde. Het kreeg de naam ‘Erve Reinas’.

Nu 2020 zijn nog in leven van de familie Krabben, Annie 89 jaar,  Thea 82 jaar en Fons 80 jaar zijn vrouw Riet 80 jaar, daarnaast nog in leven de weduwen van Bernhard, Marietje te Molder 92 jaar, van Jan, Marie Tankink 90 jaar, van Antoon, Dies te Welscher 84 jaar, en van Joop, Bets Hilderink 82 jaar.

Opgetekend door een voormalige bewoner van op het Reinas. Oktober 2020

Fons Krabben, Reinas Fons.

Trouwboekje
Hendrik en Dina Krabben-Reinas en 3 kinderen
Familie Krabben-Reinas 1937
Alle 11 Krabben-Reinas kinderen 1942
Familie Krabben-Reinas 1947

De bewoningsgeschiedenis van ’t Reinas

Hoe moet ik het overzicht lezen?  Deze bewoningsgeschiedenis is het resultaat van noeste en volhardende arbeid van Anton Stortelder. Om het overzicht goed te kunnen lezen is het verstandig om de inleiding van zijn boek ‘Bewoningsgeschiedenissen van boerderijen in Harreveld’ door te nemen welke u ook op deze site vindt.

Lader Bezig met laden…
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download [154.46 KB]

Wopereis Boers

In 1925 heeft mijn opa ‘Boers’ Drieks Wopereis een nieuwe boerderij gebouwd aan de Varsseveldseweg in Harreveld.
Ze kwamen van oorsprong uit Zieuwent in de buurt van de Boersweg. De bouwmaterialen werden met de stoomtram aangevoerd en de wagons moesten dan ‘s nachts gelost worden met de hand. Ze hadden toen een gemengd bedrijf met koeien, varkens, kippen en akkerbouw.


De grond werd deels met de hand ontgonnen. Het akkerbouwland lag op de ‘Harreveldse Nes’ en de ‘Lichtenvoorde Nes’. Ook hadden ze weiland in het Vene.
Om wat bij te verdienen hadden ze een melk rit naar de boterfabriek.

Mijn opa had 3 kinderen, 1 zoon en 2 dochters. Zijn vrouw is vrij jong overleden.

Hendrikus Wopereis met kinderen en onderduikers 1944
Marie Wopereis met onderduikers
Kinderen Wopereis met onderduikers


Zijn zoon Bernard trouwde in de oorlog met een dochter van ‘Spekschoor Nijs’ uit Zieuwent. Dochter Dien trouwde met ‘Bartelsman’ Willem Kolkman en woonde aan de Grinte.
Dochter Marie Trouwde met ‘Kniepat’ Bernard Lankveld en verhuisde naar Zieuwent.
Bernards eerste vrouw was ziekelijk en overleed jong. Bernard hertrouwde met ‘Tillas’ Miena Klein Goldewijk uit Zieuwent.
Ze kregen 2 kinderen José en Henry.

Henry woont samen met Diana en de kinderen Tessa en Bart nog steeds op de boerderij.

14-11 2020

Trouwfoto Willem Kolkman en Dien Wopereis 17-6-43
Bernard en José Wopereis 1960
Bernard en Miena Wopereis met Henry en Jose kermis 1963
Henry Wopereis met Bart&Tessa

De Kronenborg

Waar komt de naam ‘Kronenborg’ vandaan?

Waren er mensen met die naam? Was er een stuk grond of een huis dat zo genoemd werd? We weten het niet. Wel hebben we in een gerechtelijk stuk (O.R.A.L. 17 d.d. 16-06-1622) gevonden, dat een zekere Willem Kronenborg en zijn vrouw Johanna Grubben hun erfdeel in het goed Grubben verkochten aan Derk Grubben en zijn echtgenote. Waren Willem en zijn vrouw bewoners van de Kronenborg? In de doop en trouwboeken van Harreveld en ook Lichtenvoorde die vanaf 1643 zijn bijgehouden, komt de achternaam Kronenborg in het geheel niet voor. Wel de naam Schutten met de toevoeging ‘Kronenborg’, ‘op de Kronenborg’ of ‘timmerman Kronenborg’. Dat de Kronenborg door meerdere generaties Schutten is bewoond, is wel zeker. De laatste generatie die er woonde bestond, voor zover bekend, uit drie personen:

  1. Johanna ☼ 18-06 1825 (ongehuwd overleden op 07-03 1897)
  2. Antonie ☼ 13-08 1830 (ongehuwd overleden op 30-12 1907)
  3. Jan Berend ☼ 11-10 1833 (is 2 × gehuwd geweest) 1e huw. 07-05 1868 met Grada Wieggers 2e huw. 07-05 1884 met Johanna Willemina Wopereis (van de Lindeboom) Beide huwelijken bleven kinderloos.

Zeker is ook. dat vóór deze laatste generatie er nog twee generaties hebben gewoond. Ze waren timmerman en hadden een klein boerenbedrijfje (ca 4 ha grond) Tijdens het huwelijk van Jan Berend en Grada Wieggers kregen ze uit de erfenis van Grada’s ouders 7 ha. bouw- en weiland, alsmede bos en heide zodat ‘De Kronenborg’ vergroot werd tot ruim 11 ha.

In 1897, Jan Berend was toen 64 jaar, kreeg hij hulp van de jongste broer van zijn tweede vrouw, nl. Johannes Hendrikus (Jan) Wopereis (23 jaar). Het was de bedoeling dat hij te zijner tijd de boerderij zou overnemen. Zoals uit boven vermelde erfenis blijkt, was er nogal wat bos en hei bij, nl. 3 ha. In de loop der jaren is dat allemaal ontgonnen. Jan Wopereis en zijn vrouw Grada te Veele hebben daar uren en dagen aan besteed. Toen alles bouw- en weiland was geworden, bleek de boerderij te klein te zijn. In 1920 werd dan ook het achterhuis vergroot en gemoderniseerd. In 1928/29 werd een nieuw woonhuis gebouwd en het oude ‘voorhuis’ verbouwd voor stallen, varkenshokken enz. Ook werd een kuikenbedrijf en een kippenfokbedrijf opgezet.     

In 1936 trouwde zoon Antonius J.B. bij zijn ouders in en werd Toon de eigenaar van ‘de Kronenborg’. De tweede wereldoorlog kwam en na de oorlog werd er al gauw over ruilverkaveling gepraat. Die kreeg in de jaren 1965/1975 zijn beslag. Omdat Toon toen al tegen de zestig liep en geen van zijn kinderen echt plezier had in het boeren en bovendien de grond nogal verspreid lag, werd besloten de boerderij plus de grond aan de ruilverkavelingscommissie te verkopen. Voordien had hij wat grond verkocht aan zijn oudste zoon Jan en schoondochter (ook een Wopereis, Vosgais) die daar een woonhuis en wat schuren wilden gaan bouwen voor het loonbedrijf, dat thuis in 1956 al was begonnen, waarbij hij geholpen werd door zijn jongere broers. Later werd het uitgebreid tot loon-, mechanisatie- en constructiebedrijf. De oude boerderij werd in verband met de ruilverkaveling afgebroken. Het woonhuis is blijven staan en is gekocht door een dochter en schoonzoon (ook een Wopereis, Vossnieder). Ze hebben daar een mechanisatie bedrijf voornamelijk gericht op de tuinbouw gevestigd.

Al is het boerenbedrijf dan verdwenen, ‘de Kronenborg’ is blijven bestaan.

Agnes Seesing-Wopereis

De bewoningsgeschiedenis van Kronenborg, Rector Hulshofstraat 14.

Hoe moet ik het overzicht lezen? Deze bewoningsgeschiedenis is het resultaat van noeste en volhardende arbeid van Anton Stortelder. Om het overzicht goed te kunnen lezen is het verstandig om de inleiding van zijn boek ‘Bewoningsgeschiedenissen van boerderijen in Harreveld’ door te nemen welke u ook op deze site vindt.

Lader Bezig met laden…
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download [131.04 KB]

Aagteman van ’t Zand

Het huis waar ik geboren ben, stond dicht bij het pad dat naar het huis en kippenbedrijf van Schotman loopt, dat ligt aan de Twenteroute tussen Lichtenvoorde en Harreveld. Mijn vader Jan Wopereis van Aagteman van Harreveld kocht dit huis met schaapskooi van Weenink van het Garstenveld bij Groenlo. Deze had het daarvoor gekocht van de paters Franciscanen van Huize Harreveld. De schaapskooi diende voor de overnachting van de schapen en in het huisje sliep de herder.

Jan – mijn vader-  trouwde in 1914 met Johanna Gierkink. Hij was behalve boer ook gemeente-arbeider. Op gezette tijden, meestal ’s morgens vroeg en ’s avonds laat voor het donker werd, moest hij op de weg naar Varsseveld de ‘blokken’ verleggen. Karren en wagens maakten namelijk met hun wielen diepe sporen in de grindweg. Om dat te voorkomen, ging men op die karresporen afwisselend  links en rechts houten balken leggen. De voerman werd zo gedwongen telkens een ander spoor te nemen. Zo ontstond er minder slijtage aan de grindweg en werden de sporen minder diep. ’s Nachts werden die blokken in de berm van de weg geschoven. Bij het aanbreken van het automobieltijdperk werd dat echter steeds lastiger en gevaarlijker. Toch gebeurde dat ‘blokken’ nog tot 1925.

Op genoemde boerderij ‘Op ’t Zand’ woonde ook een broer van mijn vader  nl. ome Antoon. Hij bleef ongehuwd en was een tijdlang kerkmeester van de parochie Harreveld.

In 1952 nam Gert, de zoon van Jan de boerderij over. Gert verhaalt hoe het binnenrijden van de oogst in het kleine achterhuis speciale stuurmanskunst van de voerman vereiste. Met het paard van Brander Herman werd bijvoorbeeld een voer hooi of rogge gehaald. Om niet halverwege de ‘neendeuren’ met het voer hooi te blijven steken, moet het paard met enige spoed naar binnen geleid worden. Eenmaal op de deel gekomen moest het daar weer snel afgeremd worden, om te voorkomen dat de boom van het inspan door de ruit zou gaan naast de keukendeur. Het paard werd vervolgens uitgespannen en kon niet anders dan door de keuken en via de voordeur weer naar buiten. Daarbij moest Gert terdege opletten dat het paard zichzelf niet in de spiegel zag want anders zou het dier kunnen schrikken en brokken maken.

In 1964 verliet Gert het oude huis en bouwde een nieuw in de onmiddelike nabijheid. In 1966 werd het oude huis afgebroken. Gerts grootvader Herman van Aagteman was veeverloskundige. Dit beroep is later overgenomen door Meekes op Aagteman, waarvan nu nog een zoon dit zware beroep uitoefend.

Gert Wopereis

De bewoningsgeschiedenis van  Aagteman van ’t Zand, Varsseveldseweg 68 

Johannes Waenink uit Hengelo heeft in september 1899 dit boerderijtje met schaapskooi gekocht van de Paters Franciscanen van Huize Harreveld. Daarvoor was hij 10 jaar pachter van de boerderij Ribbegais in het huidige Mariënvelde. Hij was toen al voor de tweede keer getrouwd, alleen zijn 2j ongste kinderen uit dit huwelijk zijn meegekomen.

2) Zijn zoon zet in eerste instantie het boerderijtje voort, hij was daarnaast ook paardenhandelaar. Hij trouwde met Maria Hermina Krabben en ze krijgen maar liefst 10 doodgeboren kinderen. In 1914 vertrekt hij naar Lievelde.

3) Johannes Bernardus Wopereis kwam van Aagteman in Harreveld hij koopt het boerderijtje. In 1964 bouwde zijn zoon Gert Wopereis nieuw iets verder van Varsseveldseweg af. Het oude huis werd in 1966 afgebroken.

Hoe moet ik het overzicht lezen? Deze bewoningsgeschiedenis is het resultaat van noeste en volhardende arbeid van Anton Stortelder. Om het overzicht goed te kunnen lezen is het verstandig om de inleiding van zijn boek ‘Bewoningsgeschiedenissen van boerderijen in Harreveld’ door te nemen welke u ook op deze site vindt.

Lader Bezig met laden…
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download [110.03 KB]

Oudheidkundige vereniging Harvelt 2022