Spring naar inhoud

Categorie: Archief

De Kronenborg

Waar komt de naam ‘Kronenborg’ vandaan?

Waren er mensen met die naam? Was er een stuk grond of een huis dat zo genoemd werd? We weten het niet. Wel hebben we in een gerechtelijk stuk (O.R.A.L. 17 d.d. 16-06-1622) gevonden, dat een zekere Willem Kronenborg en zijn vrouw Johanna Grubben hun erfdeel in het goed Grubben verkochten aan Derk Grubben en zijn echtgenote. Waren Willem en zijn vrouw bewoners van de Kronenborg? In de doop en trouwboeken van Harreveld en ook Lichtenvoorde die vanaf 1643 zijn bijgehouden, komt de achternaam Kronenborg in het geheel niet voor. Wel de naam Schutten met de toevoeging ‘Kronenborg’, ‘op de Kronenborg’ of ‘timmerman Kronenborg’. Dat de Kronenborg door meerdere generaties Schutten is bewoond, is wel zeker. De laatste generatie die er woonde bestond, voor zover bekend, uit drie personen:

  1. Johanna ☼ 18-06 1825 (ongehuwd overleden op 07-03 1897)
  2. Antonie ☼ 13-08 1830 (ongehuwd overleden op 30-12 1907)
  3. Jan Berend ☼ 11-10 1833 (is 2 × gehuwd geweest) 1e huw. 07-05 1868 met Grada Wieggers 2e huw. 07-05 1884 met Johanna Willemina Wopereis (van de Lindeboom) Beide huwelijken bleven kinderloos.

Zeker is ook. dat vóór deze laatste generatie er nog twee generaties hebben gewoond. Ze waren timmerman en hadden een klein boerenbedrijfje (ca 4 ha grond) Tijdens het huwelijk van Jan Berend en Grada Wieggers kregen ze uit de erfenis van Grada’s ouders 7 ha. bouw- en weiland, alsmede bos en heide zodat ‘De Kronenborg’ vergroot werd tot ruim 11 ha.

In 1897, Jan Berend was toen 64 jaar, kreeg hij hulp van de jongste broer van zijn tweede vrouw, nl. Johannes Hendrikus (Jan) Wopereis (23 jaar). Het was de bedoeling dat hij te zijner tijd de boerderij zou overnemen. Zoals uit boven vermelde erfenis blijkt, was er nogal wat bos en hei bij, nl. 3 ha. In de loop der jaren is dat allemaal ontgonnen. Jan Wopereis en zijn vrouw Grada te Veele hebben daar uren en dagen aan besteed. Toen alles bouw- en weiland was geworden, bleek de boerderij te klein te zijn. In 1920 werd dan ook het achterhuis vergroot en gemoderniseerd. In 1928/29 werd een nieuw woonhuis gebouwd en het oude ‘voorhuis’ verbouwd voor stallen, varkenshokken enz. Ook werd een kuikenbedrijf en een kippenfokbedrijf opgezet.     

In 1936 trouwde zoon Antonius J.B. bij zijn ouders in en werd Toon de eigenaar van ‘de Kronenborg’. De tweede wereldoorlog kwam en na de oorlog werd er al gauw over ruilverkaveling gepraat. Die kreeg in de jaren 1965/1975 zijn beslag. Omdat Toon toen al tegen de zestig liep en geen van zijn kinderen echt plezier had in het boeren en bovendien de grond nogal verspreid lag, werd besloten de boerderij plus de grond aan de ruilverkavelingscommissie te verkopen. Voordien had hij wat grond verkocht aan zijn oudste zoon Jan en schoondochter (ook een Wopereis, Vosgais) die daar een woonhuis en wat schuren wilden gaan bouwen voor het loonbedrijf, dat thuis in 1956 al was begonnen, waarbij hij geholpen werd door zijn jongere broers. Later werd het uitgebreid tot loon-, mechanisatie- en constructiebedrijf. De oude boerderij werd in verband met de ruilverkaveling afgebroken. Het woonhuis is blijven staan en is gekocht door een dochter en schoonzoon (ook een Wopereis, Vossnieder). Ze hebben daar een mechanisatie bedrijf voornamelijk gericht op de tuinbouw gevestigd.

Al is het boerenbedrijf dan verdwenen, ‘de Kronenborg’ is blijven bestaan.

Agnes Seesing-Wopereis

De bewoningsgeschiedenis van Kronenborg, Rector Hulshofstraat 14.

Hoe moet ik het overzicht lezen? Deze bewoningsgeschiedenis is het resultaat van noeste en volhardende arbeid van Anton Stortelder. Om het overzicht goed te kunnen lezen is het verstandig om de inleiding van zijn boek ‘Bewoningsgeschiedenissen van boerderijen in Harreveld’ door te nemen welke u ook op deze site vindt.

Lader Bezig met laden…
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download [131.04 KB]

Aagteman van ’t Zand

Het huis waar ik geboren ben, stond dicht bij het pad dat naar het huis en kippenbedrijf van Schotman loopt, dat ligt aan de Twenteroute tussen Lichtenvoorde en Harreveld. Mijn vader Jan Wopereis van Aagteman van Harreveld kocht dit huis met schaapskooi van Weenink van het Garstenveld bij Groenlo. Deze had het daarvoor gekocht van de paters Franciscanen van Huize Harreveld. De schaapskooi diende voor de overnachting van de schapen en in het huisje sliep de herder.

Jan – mijn vader-  trouwde in 1914 met Johanna Gierkink. Hij was behalve boer ook gemeente-arbeider. Op gezette tijden, meestal ’s morgens vroeg en ’s avonds laat voor het donker werd, moest hij op de weg naar Varsseveld de ‘blokken’ verleggen. Karren en wagens maakten namelijk met hun wielen diepe sporen in de grindweg. Om dat te voorkomen, ging men op die karresporen afwisselend  links en rechts houten balken leggen. De voerman werd zo gedwongen telkens een ander spoor te nemen. Zo ontstond er minder slijtage aan de grindweg en werden de sporen minder diep. ’s Nachts werden die blokken in de berm van de weg geschoven. Bij het aanbreken van het automobieltijdperk werd dat echter steeds lastiger en gevaarlijker. Toch gebeurde dat ‘blokken’ nog tot 1925.

Op genoemde boerderij ‘Op ’t Zand’ woonde ook een broer van mijn vader  nl. ome Antoon. Hij bleef ongehuwd en was een tijdlang kerkmeester van de parochie Harreveld.

In 1952 nam Gert, de zoon van Jan de boerderij over. Gert verhaalt hoe het binnenrijden van de oogst in het kleine achterhuis speciale stuurmanskunst van de voerman vereiste. Met het paard van Brander Herman werd bijvoorbeeld een voer hooi of rogge gehaald. Om niet halverwege de ‘neendeuren’ met het voer hooi te blijven steken, moet het paard met enige spoed naar binnen geleid worden. Eenmaal op de deel gekomen moest het daar weer snel afgeremd worden, om te voorkomen dat de boom van het inspan door de ruit zou gaan naast de keukendeur. Het paard werd vervolgens uitgespannen en kon niet anders dan door de keuken en via de voordeur weer naar buiten. Daarbij moest Gert terdege opletten dat het paard zichzelf niet in de spiegel zag want anders zou het dier kunnen schrikken en brokken maken.

In 1964 verliet Gert het oude huis en bouwde een nieuw in de onmiddelike nabijheid. In 1966 werd het oude huis afgebroken. Gerts grootvader Herman van Aagteman was veeverloskundige. Dit beroep is later overgenomen door Meekes op Aagteman, waarvan nu nog een zoon dit zware beroep uitoefend.

Gert Wopereis

De bewoningsgeschiedenis van  Aagteman van ’t Zand, Varsseveldseweg 68 

Johannes Waenink uit Hengelo heeft in september 1899 dit boerderijtje met schaapskooi gekocht van de Paters Franciscanen van Huize Harreveld. Daarvoor was hij 10 jaar pachter van de boerderij Ribbegais in het huidige Mariënvelde. Hij was toen al voor de tweede keer getrouwd, alleen zijn 2j ongste kinderen uit dit huwelijk zijn meegekomen.

2) Zijn zoon zet in eerste instantie het boerderijtje voort, hij was daarnaast ook paardenhandelaar. Hij trouwde met Maria Hermina Krabben en ze krijgen maar liefst 10 doodgeboren kinderen. In 1914 vertrekt hij naar Lievelde.

3) Johannes Bernardus Wopereis kwam van Aagteman in Harreveld hij koopt het boerderijtje. In 1964 bouwde zijn zoon Gert Wopereis nieuw iets verder van Varsseveldseweg af. Het oude huis werd in 1966 afgebroken.

Hoe moet ik het overzicht lezen? Deze bewoningsgeschiedenis is het resultaat van noeste en volhardende arbeid van Anton Stortelder. Om het overzicht goed te kunnen lezen is het verstandig om de inleiding van zijn boek ‘Bewoningsgeschiedenissen van boerderijen in Harreveld’ door te nemen welke u ook op deze site vindt.

Lader Bezig met laden…
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download [110.03 KB]

De Lindeboom

De Lindeboom 1925

De Lindeboom, een pachtboerderij van de Havezathe Harreveld, was oorspronkelijk een z.g.n. ‘los hoes’, zonder afscheidingsmuur tussen het voor- en achterhuis. De mensen en het vee leefden in één grote ruimte. In het jaar 1780 kwam daarin verandering en werd het huis grondig verbouwd.

Voor 1735 werd de Lindeboom bewoond door een familie Broeker. In een akte van 24 juli 1736 komen de namen Jan Broeker met zijn zoon Willem voor. In aanwezigheid van Evert Broeker als voogd over de minderjarige zoon Derk Broeker enerzijds en Harmen Wopereis en Henderse Reijnders anderzijds, werd een koopakte opgesteld. Harmen Wopereis die in 1735 op de Lindeboom woonde, kocht de inboedel van het huis en de gewassen op het land van de familie Broeker voor een somma van f 246,50.

In 1804 kochten Eimert Wopereis (zoon van Harmen en Henderse) en zijn vrouw Jenneken Klumperink het ‘Erve en Goed De Lindeboom’ voor de somma van f 2800,00 van Johan Joseph van Raesfeld, heer van ‘Huize Harreveld’.

De herberg De Lindeboom was gelegen aan de verbindingsweg tussen Zelhem, Halle en Lichtenvoorde. De herberg werd veel bezocht door voorbijtrekkende kooplui en ook door stamgasten. In 1813 wisten zelfs de Kozakken, die Napoleon achterna zaten , de Lindeboom te vinden. Volgens de overlevering konden enige stamgasten nog net op tijd het vege lijf redden door zich in de schoorsteen te verbergen. Na vertrek van de Kozakken zal er wel niet veel meer te veteren zijn geweest voor de schoorsteenbewoners.

Hermanus Wopereis (zoon van Eimert en Jenneken) en zijn vrouw Johanna Broekmans waren de volgende bewoners van de Lindeboom. Hij stond in de burgerlijke stand ingeschreven als tapper. In het midden van de 19e eeuw, toen de weg Lichtenvoorde-Varsseveld werd verhard nam het bezoek van de herberg snel af. Hendrik, zoon van Hermanus en Johanna, maakte er en bier- koffiehuis van. Deze Hendrik was getrouwd met Janna Meekes. Zij hadden negen kinderen waarvan er drie vroeg kwamen te overlijden. In 1876 overleed vader Hendrik en ontstond er een probleem over de opvolging. Antoon, de oudste zoon, wilde geen boer worden maar mulder. Mogelijk was hij eerst leerling bij de molenaar op Harreveld. In 1891 vertrok hij naar Pruisen. De tweede zoon Bernard werkte op de boerderij doch stierf in 1887 op 21 jarige leeftijd.

Jan, de jongste zoon, was toen nog maar 13 jaar en te jong om de boerderij over te nemen. Daarom nam de dochter Gezina Maria (Mi’je), die in 1888 trouwde met Bernard Wolters, de boerderij over. Eind vorige eeuw werd de herberg gesloten en bleef alleen de boerderij over. Toen de jongste zoon Jan in 1897 zijn militaire dienstplicht had vervuld was hij op de Lindeboom overbodig. Hij ging daarom als knecht op de Kronenborg werken bij zijn zuster Johanna, die getrouwd was met Jan Berend Schutten. Deze hadden geen kinderen. Er werd een afspraak gemaakt dat hij de boerderij later kon overnemen. In 1903 trouwde Jan Wopereis met Grada te Veele. Pas in 1920 kreeg hij de boerderij op zijn naam. Zo werd tenslotte Lindebooms Jan tot Kronenborgs Jan.

Agnes Seesing-Wopereis

In 1920 is de boerderij verbouwd, daarvoor had de boerderij muurankers met 1780 van de vorige verbouwing of nieuwbouw

De bewoningsgeschiedenis van Lindeboom, Lindeboomweg 33

Hoe moet ik het overzicht lezen? Deze bewoningsgeschiedenis is het resultaat van noeste en volhardende arbeid van Anton Stortelder. Om het overzicht goed te kunnen lezen is het verstandig om de inleiding van zijn boek ‘Bewoningsgeschiedenissen van boerderijen in Harreveld’ door te nemen welke u ook op deze site vindt.

Lader Bezig met laden…
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Download [140.89 KB]

Harreveld

Het dorp Harreveld dankt zijn naam aan een middeleeuws kasteeltje dat zo heette. Deze ‘havezate’ was gebouwd in het begin van de vijftiende eeuw en bestond tot kort na 1800. Alleen de gracht is gedeeltelijk overgebleven.

Op de plaats van het kasteel verrees een landhuis, dat na 1875 door Duitse franciscanen werd uitgebouwd tot een klooster.

Vanaf 1911, toen de franciscanen alweer waren vertrokken, gebruikte de rooms-katholieke Sint-Vincentiusvereniging het voormalige klooster als internaat voor verwaarloosde kinderen. Dit ‘Gesticht’ werd lange tijd geleid door broeders van de congregatie van Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten. Gewoonlijk verbleven er zo’n 200 à 250 jongens tussen 10 en 18 jaar oud.

In de loop van de jaren 1970 en ‘80 werden steeds strengere eisen gesteld aan de huisvesting en privacy van de bewoners, zodat het gebouw meer en meer ongeschikt raakte voor zijn bestemming. Uiteindelijk kwam het leeg te staan en raakte het snel in verval door vandalisme en brandstichting.

In 1992 besloot de gemeente de gevaarlijk geworden bouwval te slopen, waarna het terrein vrijkwam voor de huidige gesloten inrichting voor jeugdzorg.

Het kasteel

De geschiedenis van de oude havezate is uitvoerig beschreven in het boek “Harreveld doorgrond” door Godfried Nijs / Hermine Manschot-Tijdink. Ook staat er een reconstructie in van hoe het kasteeltje er waarschijnlijk heeft uitgezien.

Het klooster

Het klooster heeft maar kort bestaan, van 1875 tot 1909, maar het kloostergebouw bleef gezichtsbepalend voor het dorp gedurende vrijwel de hele twintigste eeuw. Onderstaande foto laat zien hoe het er rond 1960 uitzag:

Ook het klooster en het internaat komen kort aan de orde in het eerder genoemde boek ‘Harreveld Doorgrond’, maar worden (vooral het internaat) veel uitvoeriger beschreven in een artikel van Henny Bennink in ‘De Lichte Voorde’ (pp. 12-40).

https://www.oudheidkundelichtenvoorde.nl/sites/default/files/periodieken_thumbs/de%20Lichte%20voorde%2059.pdf

Het internaat

Bij het internaat (en voordien bij het klooster) hoorde ook een boerderij, op bovenstaande foto (uit de jaren 1950) nog net te zien aan de bovenrand.

De namen van de broeder en de jongens (en van de paarden en de ezel) zijn niet bij ons bekend.
Broeder Gerardus was vaak op de boerderij te vinden.
Jan Krabben aan het melken.
De melk ging rechtstreeks naar de grote keuken van het internaat.
Jan Krabben, Willem Kampshof en Willem Waenink (v.l.n.r.), met op de achtergrond de ‘Bond’.
De laatste oogst uit de kas van de oude boerderij.

In 1960 werden boerderij en bijgebouwen vertimmerd tot paviljoens voor de huisvesting van jongens. In hetzelfde jaar werd een nieuwe en modernere boerderij gebouwd op het (latere) adres Heideweg 1. Tegenwoordig is dit bedrijf eigendom van de familie Tankink.

Het einde

In 1992 kwam er een definitief einde aan het oude kloostergebouw. Het had in korte tijd een keer of vijftien in brand gestaan. De laatste keer was half januari 1991, toen de kapel vrijwel geheel werd verwoest. Niet veel later besloot de gemeente tot sloop van het hele complex.

Overzicht van de historie van Huis Harreveld met een tijdslijn-overzicht van de eigenaren/bewoners.

Door Henk Krabben, inwoner van Harreveld. Januari 2022

Mijn overzicht heb ik hoofdzakelijk gebaseerd op het gedegen onderzoek, beschreven in het alom erkend historisch boek van de heer Th.A.M. Thielen uitgegeven in 1966 en het boek “Harreveld doorgrond”. Echter er valt nog veel uit te zoeken en aan te vullen. Maar het was mijn persoonlijke doelstelling om eens een duidelijke tijdslijn te hebben van de eigenaren / bewoners van Hervelo / Havezate Harreveld.
Dit zal ook nog op tal van plekken aangevuld moeten worden met de “recente” geschiedenis van de komst van de Franciscanen etc. (welke invloed deze hebben gehad op Harreveld) tot en met het heden.

Lader Bezig met laden…
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab
Oudheidkundige vereniging Harvelt 2022